De twee praktijkexamens

Home/Motorrijlessen/De twee praktijkexamens

Voor het eerste examen AVB (voertuigbeheersing) zit in elke cluster 1 verplichte oefening en naar keuze van de examinator nog 3 extra oefeningen. In totaal doe je bij het examen 7 oefeningen en voor iedere oefening krijg je een herkansing, mocht het de eerste keer niet lukken.

Van de 7 oefeningen mogen er 2 fout zijn mits deze niet in de zelfde cluster zitten.
Vanaf de eerste les wordt al een inschatting gemaakt wanneer je examen zou kunnen doen.

In overleg en na betaling vooraf wordt dan een examen vastgelegd bij het CBR.

Het eerste examen (AVB) wordt afgenomen bij het TT circuit in Assen of bij het VEC in Drachten. De rit naar deze locaties wordt ook behandeld als een les op de weg.

En dan: geslaagd voor het eerste praktijkexamen, dus liefst zo snel mogelijk de weg op.

Voor het tweede examen AVD (verkeersdeelname) staat 55 minuten.

Vooraf een kort kennismakingsgesprek en er wordt verteld wat er van je verwacht word tijdens het examen. Daarna gaan we naar buiten, na een korte oogcontrole (lezen van een kenteken op ong. 25 meter afstand), gaan we naar de motor  voor een voertuigcontrole en een paar vragen over de controlepunten van de motor.

Dan kan de rit beginnen. De examinator gaat samen met de instructeur in de auto achter je aan. Je hoort van je instructeur via de portofoon, zoals tijdens de les, de aanwijzingen over de te volgen route.

Gedurende deze rit mag je wel fouten maken. Belangrijk hierbij is dat je deze fouten zelfstandig oplost en doorgaat alsof er niets gebeurd is. Sta tijdens de rit niet stil bij fouten, je kunt niet hiermee en met het  verkeer bezig zijn, want dan kunnen er nieuwe fouten volgen.

De examinator bepaalt niet tijdens de rit of je gezakt of geslaagd bent, dit doet hij/zij pas na afloop. Een fout gevolgd door een goed doorlopen moeilijke situatie laat zien dat je kunt rijden, dus beperk je tijdens het examen tot het behalen van de eindstreep. De examinator kijkt naar de totale rit.
Probeer een vlotte, veilige en vaardige rit te laten zien, er wordt niet van je verwacht dat je oplet of de examinator meekomt.

Aan het einde van de rit gaan we samen weer naar binnen en krijg je de uitslag te horen.

De rit naar de examenlocatie voor het tweede examen (AVD) wordt gezien als lestijd en ook als zodanig behandeld.

Doe je doorstroom examen b.v. van A1 naar A2 of A2 naar A dan moet je tijdens de rit twee productieve bijzondere manoeuvres uitvoeren.

Dit kunnen zijn de omkeeropdracht, de parkeeropdracht, het wegrijden uit een parkeervak en het stapvoets rijden. Deze moeten worden uitgevoerd volgens de regels die gelden bij het AVB examen.